Auteur: Lode Broekman

DistrictWorld is deze week live gegaan. In augustus stond op Marketingfacts al een interview met de mensen achter dit nieuwe sociale netwerk. Vier maanden verder is het dan zover. Ik ben zelf altijd een voorstander van iets langer wachten met live gaan in plaats van te vroeg de markt op te gaan met een nog incomplete dienst, zoals eerder bijvoorbeeld met Bizzies. De eerste klap is een daalder waard en zo. Er is flink wat aandacht gestopt in het ontwerp van de site, zoals ook in het persbericht wordt vermeld: “Functionaliteit, overzichtelijkheid en design staan bij DistrictWorld hoog in het vaandel. De site is een frisse unieke aanvulling binnen het huidige aanbod van netwerksites. DistrictWorld heeft een logische intuitieve structuur gecombineerd met een hedendaags design.”

Maar is dat voldoende (en wordt het door de gebruikers ook zo ervaren)? De homepage komt in ieder geval nog wel wat druk over, terwijl de profielpagina wel weer wat rustiger oogt. Naast het ontwerp wil DistrictWorld zich onderscheiden door contacten in te kunnen delen als Friend en/of als Business. Dit is inderdaad een verschil ten opzichte van bijvoorbeeld Hyves en LinkedIn. Groepen heten hier Districten, vandaar de naam. Zowel gebruikers (People Districts) als bedrijven/merken (Official Districts) kunnen deze Districten aanmaken, beheren en gebruikers voor uitnodigen. Zo heb ik een Bowie District aangemaakt en is er uiteraard een Twitterazzi District. In de Official Districts kunnen Privileges worden aangeboden. Zo maak je na aanmelding voor het Puma district kans op een paar gelimiteerde PUMA Clyde Lux ontworpen door Jimmy Woo.

Als ik nu naar het W3 model kijk en aan de hand daarvan DistrictWorld beoordeel, dan vallen de volgende zaken op:

Er komen wekelijk nieuwe sociale netwerken bij. En aangezien men maar in maximaal 3 netwerken actief is (hetgeen iets anders is dan geregistreerd zijn), is de slagingskans per nieuw netwerk klein. Maar OpenSocial dan? En API’s? Ja, daardoor wordt het makkelijker om content over meerdere platforms te delen, hetgeen nog niets zegt over aanwezigheid of activiteit in het platform. Ik geloof overigens wel in aggregatiediensten zoals Pulse van Plaxo, Friendfeed en Tumblr. Een nieuwe partij die netwerken koppelt en op een plek ontsluit (handig), is iDiDiD.

In hun eigen woorden:

iDiDiD, wat je uitspreekt als I Did It, is een sociaal netwerk nieuwe stijl waarbij het draait om je complete online identiteit en de koppeling met (on)bekende evenementen van jouw persoonlijke voorkeur. iDiDiD is zo ontwikkeld dat je als gebruiker je persoonlijke voorkeuren en interesses kenbaar kunt maken op het gebied van: hobby, muziek, school, werk, sport, reizen, entertainment en lifestyle. Hierdoor is het mogelijk dat het systeem haar leden leert kennen. Vervolgens zal iDiDiD proberen je van dienst te zijn en je te voorzien van relevante (uitgaans)tips en aanbevelingen waar jij als gebruiker mogelijk in interesse in hebt. Een belangrijk aspect hierbij is het vormen van je online identiteit, iDiDiD noemt dit je iDNA.

Om dit iDNA te verzamelen biedt iDiDiD haar gebruikers de mogelijkheid om hun profielen op andere netwerken te combineren tot een compleet en overzichtelijk profiel. Hierdoor ontstaat er een beeld van je online identiteit. Zo ontstaat er een combinatie van je sociale identiteit van Hyves, je werk identiteit LinkedIn, je school identiteit van Schoolbank en je muziek identiteit van Last.fm. iDiDiD probeert daarna jouw iDNA te matchen aan evenementen zoals beurzen, concerten, voorstellingen, films maar ook aan cd, boek- en games releases van jouw voorkeur.

iDiDiD zoekt beta-testers. Via www.ididid.eu/account/signup kan er een testaccount worden aangemaakt. Wees er op tijd bij, want na 15 december gaat de link weer op slot. Details over feedback volgen bij de bevestiging van het testaccount.

Technorati tags: online communities, social networking // rss feed

Heel Gallie? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Romeinen in de omringende legerplaatsen bepaald niet gemakkelijk…

Het feit dat MySpace in Nederland het verkoopkantoor sluit, was eind vorige week groot nieuws in nationaal social networking land. Bij de launch werd er gefilosofeerd over een succesvolle aanval op de nummer 1 positie van Hyves. Iets waar ik vraagtekens bij durfde te zetten, vanwege de sterke positie die Hyves inneemt in Nederland en het Multiple Social Networking Syndrome: waarom overstappen als er geen toegevoegde waarde is? Je kunt je kostbare tijd immers maar 1x besteden.

Ik was altijd erg benieuwd naar de doelstelling van MySpace, wereldwijd en lokaal. Het zijn geen domme mensen die daar achter zitten en de rolverdeling in Nederland was bekend vanaf de start. Mijn idee was dan ook altijd dat MySpace wereldwijd het grootste aantal gebruikers wilde hebben, zonder in alle landen de grootste te kunnen (willen?) zijn. De propositie van MySpace is immers vergelijkbaar met Facebook en Netlog: contact met internationale connecties, waarbij MySpace zich onderscheidde op het muziekvlak. Een positie die naar mijn mening sterk genoeg was om een deel van de taart mee te eten. Een afspraak om hierover eens bij te praten op de MySpace-burelen stond gepland maar werd recent begrijpelijkerwijs gecancelled.

Nu trekt men de troepen terug. Blijkbaar streeft MySpace dus niet naar ‘world domination’ en is er ergens in het wereldwijde MySpace-imperium een nederzetting die sterk genoeg is om wel op eigen kracht marktleider te blijven, genaamd Hyves. Ik vind het vergelijkbaar met Asterix, Obelix, Panoramix, Assurancetourix e.a. tegen de Romeinen 🙂 Ik blijf dat trouwens een briljante strip vinden. Het wordt nu interessant om te zien wat Facebook en Netlog gaan (kunnen?) ondernemen.

Technorati tags: online communities, social networking // rss feed

Vanaf 10 oktober is het nieuwe platform Clubbyclub online. Dit platform is, volgens het vandaag ontvangen persbericht:

“een reactie op bestaande netwerksites als Hyves en Facebook.”

Clubbyclub biedt een besloten platform voor zelf te beheren vriendengroepen als schoolvrienden, studentenclubs en sportteams zonder dat er een sociaal netwerk omheen hangt. Ik hanteer zelf graag de stelling dat er in Nederland op profielnetwerken alleen nog ruimte is voor echte nichenetwerken, tenzij een algemeen profielennetwerk iets onderscheidends biedt. Een afgesloten community is in ieder geval onderscheidend t.o.v. de bestaande aanbieders. Of het genoeg is om als alternatief voor Hyves en Facebook te gaan gelden, zal de tijd leren.

Het persbericht verhaalt verder:

“Clubbyclub speelt in op de situatie dat steeds meer bedrijven sollicitanten screenen op netwerksites. Foto’s van een dronken bui op een online netwerkpagina kan je een baan kosten. Aangezien Clubbyclub is ingericht op besloten vriendengroepen is het niet mogelijk om te zoeken op individuele personen of groepen. Daarnaast kunnen alleen leden van de betreffende vriendengroep inloggen met een persoonlijke gebruikersnaam en wachtwoord. Door deze maatregelen wordt de privacy van gebruikers gewaarborgd.”

Je begint niet met een eigen profiel aan te maken, maar met een club. Pas daarna worden je persoonlijke gegevens gevraagd, in een redelijk beperkt profiel. Vervolgens kun je je clubgenoten uitnodigen, fotos uploaden, youtube videos delen en berichten plaatsen.

De nieuwe site is vooral bedoeld voor vermaak met de zekerheid dat er niemand ongevraagd kan meekijken. Het delen van persoonlijke foto’s, video’s en berichten doe je dus alleen met echte vrienden. Clubbyclub is dan ook niet bedoeld om nieuwe vrienden te maken, maar om bestaande vriendenclubs een overzichtelijke en betrouwbare plek op het internet te geven. Nepvrienden kunnen dan ook niet aankloppen.

Het gemeenschappelijke element is in dit geval een afgesloten platform met besloten groepen, gevuld mensen uit je eigen, directe omgeving. Communicatie is een heel belangrijk onderdeel van profielnetwerken en dan verrassenderwijs nog voornamelijk met mensen die je al kent. Daar wordt dus wel aan voldaan. Eerste indruk qua verdienmodel: Google ads (redelijk prominent op een derde deel van elke pagina na de homepage) en aanbiedingen van derden via e-mail (“aanbiedingen van partners met kortingen & leuke prijzen”).

Als ik Clubbyclub langs de meetlat van het W3 model houd, dan concludeer ik:
1. Wie?: is minder dan marktconform ingevuld. Profielinfo is beperkt, koppeling met andere adresboeken (wie ken ik?) is wel te maken, kennis en activiteit (Wat weet ik, wat doe ik en waar ga ik naar toe) is niet te koppelen.
2. Waarom?: is afhankelijk van het antwoord op de vraag “hoe groot is de behoefte voor een dergelijk besloten communicatieplatform naast bestaande middelen?”. Hier ben ik zelf wat sceptisch over, maar laat mij graag verrassen in de praktijk. De drie elementen waar Erwin Blom aan refereert bij succesvolle communities (nut voor: individu, vrienden en voor de hele community) worden slechts ten dele ingevuld.
3. Wat? (wordt er gedeeld en hoe?): is vrijwel marktconform ingevuld: standaardcontent (foto’s, video, berichten) kan gedeeld worden (maar niet uit andere foto- of blogdiensten: minpunt) maar niet buiten het netwerk (geen RSS).

Clubbyclub is duidelijk geen Hyves-kloon. Het succes is afhankelijk van de behoefte aan besloten netwerken naast bestaande middelen, wetende dat communityleden gemiddeld slechts actief deelnemen in maximaal 3 netwerken.

Technorati tags: online communities, social networking // rss feed

LinkedIn verkocht al advertentieruimte, maar neemt nu het heft in eigen hand. Hier is er meer over te lezen. In dat artikel staan ook een aantal nuttige toevoegingen over de ‘gemiddelde LinkedIn-ner’. Ook Emerce besteedt aandacht aan dit onderwerp. Hieronder een presentatie over LinkedIn demographics.

Technorati tags: online communities, social networking // rss feed